Rentmeester(schap)

Rentmeesterschap is een term die bijna niet meer gebruikt wordt. Hij lijkt ouderwets geworden, waardoor veel gelovigen een ander of een niet volledig beeld hebben van het Bijbelse concept. Toch is het van uiterste belang om ‘rentmeesterschap’ te begrijpen voordat we kunnen inzien waarom God er zo veel belang aan hecht. Het geeft ons een heldere blik op Koninklijke Financiën.

Wanneer wij rentmeesterschap horen, ontstaat er (onbewust) een conflict in ons denken tussen enerzijds de westerse concepten over financiën (de druk om goed te verdienen met liefst veel legale voordelen, een huis te kopen, je goed te verzekeren, geen risico’s te nemen, …) en anderzijds zeker ook niet de mammon te dienen zoals in Matteüs 6:24 staat.

Daarom even wat definities: een rentmeester is een administrateur, een zakelijk beheerder voor de eigenaar van (onroerend) goed. Het is iemand die beheert wat beschouwd wordt als door God gegeven (zoals talenten, de natuur, …). Rentmeesterschap is dan ‘de functie van rentmeester’; het verantwoord beheren van wat door God is gegeven. Ik durf echter te speculeren dat de originele intentie van het woord rentmeesterschap nog wat verder gaat: het is geld zien in zijn effectieve waarde.

Sta mij toe om hier net iets dieper op in te gaan...

Het geld dat we hebben is niet ons bezit, het is ons toevertrouwde deel.

God bezit alles (conform Exodus 19:5). Aangezien God de rechtmatige eigenaar is van alles wat we hebben, betekent dit dat het geld dat we verdienen eigenlijk óók van God is. Hij roept ons op om het geld dat we namens Hem verzamelen, te beheren. Daarom is het belangrijk geld niet lief te hebben, want het is in eerste instantie niet eens van ons. Het is net als een puppy waar je tijdelijk op mag passen. Ook die schattige viervoeter moet je (kunnen) afgeven wanneer de eigenaar daar om vraagt.

Als je slecht met geld om kan gaan of veel te snel geld uitgeeft, dan word je door de wereld, de maatschappij, maar ook de Dikke Van Dale wel eens benoemd als iemand die een gat in zijn/haar hand heeft. Maar heb je al door dat het Koninkrijk van God het compleet tegenovergestelde is van de wereld?

Van de zaligsprekingen tot de grote opdracht gebruikt God wat de wereld ziet als dwaas en zwak om het wijze en sterke te beschamen. En ook op die manier spreekt Hij over financiën: Wil je gezegend, maar ook tot zegen zijn? Leef dan met een gat in je hand. Leven met een open hand is dé manier om Gods geld te beheren, want net zoals de parabels die Jezus vertelde, wordt goed rentmeesterschap beloond met verantwoordelijkheid over nog meer.

Als je een goede grip houdt op het geld in je handen, kan er inderdaad niks wegglippen, maar kan er ook niks aan toegevoegd worden. Hoe meer je investeert wat God je geeft in dat wat God je zegt, hoe meer jij Hem je laat gebruiken. Dan krijg je ook veel meer om op jouw beurt weer door te geven. God wil ons gebruiken als sluis. Des te meer jij je handen opent, des te makkelijker Hij meer en meer via jou kan doen. Het is in dit proces dat je beseft dat geld in het Koninkrijk geen waarde heeft, maar er daar een andere munteenheid wordt gebruikt die tevens veel meer effect heeft.

Ik zal geen cliffhanger opbouwen; de munteenheid van Het Koninkrijk is ‘geloof’. Bidden is de transactie en geloof is de munteenheid. Wij voorzien het geloof, en God voorziet in de gehoopte verlangens. Het is niet het gebed alleen dat de hand van God beweegt.

“Daarom zeg Ik u: alles wat u biddend begeert, geloof dat u het ontvangen zult, en het zal u ten deel vallen” (Markus 11:24, HSV).

Het is wel belangrijk dat je geloof steunt op het Woord van God. (Zie dat je genoeg geld hebt voor je de transactie probeert te maken). Bid niet gewoon, in de hoop dat ...: “als God het wil zal het wel gebeuren.” Als we gaan kijken naar de vers hierboven zien we dat dit niet in lijn loopt met wat Jezus zei.

Zoek eerst op. Wat is Gods wil hierover? Ga dan op zijn Woord staan en vraag Hem in geloof dat wat Hij zegt ook telkens werkelijkheid wordt.

“Geloof komt door te horen en te horen door het (gesproken) woord van God” (naar Romeinen 10:17).