Het belang van financiën

De Bijbel heeft 2350 verzen die spreken over financiën. Hoewel het merendeel daarvan wordt gebruikt om context te scheppen, als voorbeeld of ter beeldspraak, wijst het grote aantal op de belangrijkheid van het onderwerp. Ook Jezus had het vaak over financiën!

In Mattheüs 6 worden ‘financiën’ zelfs als eerste genoemd in een opsomming met nog twee andere begrippen. Wanneer Jezus de grote menigte ziet die naar Hem wil komen luisteren, gaat Hij de berg op en opent hij zijn bekendste toespraak: De Bergrede. Zijn eerste woorden choqueren de duizenden luisteraars; niet enkel begint Hij met de revolutionaire zaligsprekingen, Hij geeft het publiek vervolgens de uitspraak: “Als dan uw rechteroog u doet struikelen, ruk het uit, en als uw rechterhand u doet struikelen, hak hem af!” Dat zijn heftige woorden.

En wanneer Hij zo onvermijdelijk hun aandacht volledig vastheeft, zegt Jezus het volgende: “Wanneer u geeft, wanneer u bidt, wanneer u vast.” Hoeveel van de christenen citeren deze wel niet zonder ooit de eerste “wanneer” te vernoemen? Het zijn drie handelingen waar God blijkbaar een hart voor heeft, drie handelingen waar God enorm van houdt: geven, bidden en vasten. De tweede en de derde lijken wij integendeel een stuk makkelijker te vinden dan de eerste.

Bidden is praten met onze Papa. We vinden het normaal dat Hij met ons wil spreken en wij met Hem.

Vasten is vaak iets dat we willen doen, maar ook weer niet te regelmatig. Toch eren we God door meer op Hem te vertrouwen en meer naar Hem te verlangen dan naar voedsel.

Maar geven lijken we moeilijker te vinden, hoewel het zo’n simpele handeling is. We stellen ons er vragen bij. Is dat Bijbels geven nog wel voor deze tijd? Moet dat? Kan ik ook niet op andere manieren geven? Was dat niet gewoon een richtlijn? En na al die vragen stemmen de meeste christenen dan uiteindelijk toch in en geven af en toe eens iets weg.

Jezus vernoemde dit echter niet als een mogelijkheid of optie, maar als een zekerheid. En zo zijn ook bidden en vasten niet optioneel. Eigenlijk zegt Jezus dit:

“Mijn volgers, de kinderen van Mijn Vader, zullen geven, zullen bidden, en zij zullen vasten. En wanneer jullie dit doen, zijn er een paar dingen waarop ik graag zou willen dat jullie letten.”