In onze plaats: Overdenkingen tijdens de vastentijd in een tijd van genadeVoorbeeld

Gezegend is de Koning



Geen ander land verheerlijkt zijn koningschap meer dan Groot-Brittannië. Elizabeth II regeert al zolang dat alleen ouderen zich de laatste kroning van 1953 kunnen herinneren, maar binnenkort zal de wereld een volgende zien. De nieuwe monarch zal in de koninklijke stoet komen over de Lords High Steward met St. Edward' s massief gouden kroon, en later worden belegd met de Guldensporenslag (daterend uit AD 1189), de koninklijke handschoen, gouden bol en gouden scepter.



Hoe anders was Jezus' koninklijke rit rond de Olijfberg in Jeruzalem. Zijn rijdier was een ezel veulen, een klein dier dat nauwelijks zijn hoofd boven de menigte kon opheffen. En toch herkenden vele mensen Hem als koninklijk waardoor ze een lied zongen dat begint met: ”Gezegend zij de Koning die komt in de naam van de Heer!” (Lukas 19:38). Het koninklijk gewaad dat Hem te wachten stond was een oude Romeinse legermantel; de scepter die Hij kreeg was een zwak riet; de kroon op Zijn hoofd werd niet gemaakt van goud, maar van doornen.



Het bloed dat door de doornen langs Zijn gezicht liep was het bloed van een mens en het bloed van God. Hierdoor heeft het de kracht om te verlossen en vrij te kopen. Als een mens kan Christus ons vertegenwoordigen in Gods rechtszaal; als een God vertegenwoordigd Hij een wereld van behoeftige zondaars. Door zijn wonden worden wij genezen.



De optocht langs de Olijfberg diende als koninklijke kroning met een andere betekenis. Van diezelfde plaats is de opgestane Christus opgegaan naar de hemel. Zijn nederigheid heeft plaatsgemaakt voor heerlijkheid; Zijn bedienden zijn nu tienduizend maal tienduizend engelen; Zijn aanwezigheid en Geest vullen het heelal; Hij bestuurt alles in het voordeel van Zijn broeders en zusters. Door het geloof hebben wij ook koningschap ontvangen. Hemels koningschap.