Een weg van verdriet naar hoopVoorbeeld

Deel 2: De klacht

“O God, waarom hebt U ons voor altijd verstoten? Waarom ontbrandt Uw toorn tegen de schapen van Uw weide?” (Psalm 74:1, HSV)

Klagen tegen God lijkt op het eerste gezicht ongepast. Hij is tenslotte zoveel groter en heiliger dan wij mensen, hoe zouden we Hem iets kunnen verwijten? Klinkt dat niet brutaal?

Het is inderdaad goed om onze plaats tegenover God in het oog te houden. Toch is een klacht ten diepste een uiting van geloof. Want alleen als we geloven dat God goed en machtig is, heeft het zin om Hem onze brandende vragen voor te leggen. We mogen Hem vertellen over onze pijnlijke of onrechtvaardige situatie die niet in lijn is met Gods Koninkrijk en met zijn karakter. We mogen onze twijfels en onze verwarrende emoties voor Hem neerleggen. Hij weet ten diepste al wat er in ons omgaat, omdat Hij recht in ons hart kan kijken. Maar het is goed om ons hart voor de Heere open te leggen.

Verschillende Psalmen geven hier voorbeelden van:

- “HEERE, waarom blijft U van verre staan Waarom verbergt U Zich in tijden van benauwdheid?” (Psalm 10:1, HSV)

- “Ik zeg tegen God: Mijn rots, waarom vergeet U mij? Waarom ga ik in het zwart gehuld, door de onderdrukking van de vijand?” (Psalm 42:10, HSV)

- “HEERE, waarom verstoot U mijn ziel? Waarom verbergt U Uw aangezicht voor mij?” (Psalm 88:15, HSV)

Welke klacht zou jij bij de Heere willen neerleggen? Zou je daar woorden uit de Psalmen bij kunnen gebruiken?