Fondsenwerving volgens de BijbelVoorbeeld

David in 1 Kronieken 29:4-5

Gisteren hebben we gezien dat Mozes als eerste fondsenwerver kostbare materialen inzamelde om de tabernakel van te maken. Dit was een soort mobiele tempel waarin God zogezegd met het volk meereisde. Mensen gaven kostbaarheden omdat ze het belangrijk vonden dat de tabernakel gebouwd zou worden. Vandaag kijken we naar David. Het volk Israël is in het beloofde land gaan wonen en het is tijd om een vaste tempel te bouwen in Jeruzalem. Lees maar mee in 1 Kronieken 29:4-5 uit de BasisBijbel:

“Ik (David) geef 90.000 kg zuiver goud, 210.000 kg zuiver zilver om de muren van de gebouwen mee te bedekken, en goud en zilver om alle voorwerpen van te maken. Wie van jullie wil ook een geschenk aan de Heer geven?”

David geeft een grote hoeveelheid goud en zilver voor de bouw van de tempel (die hij zelf niet zou gaan bouwen). Je kunt zeggen ‘het is makkelijk voor hem om te geven, want als koning is hij ontzettend rijk’. Dit is een denkfout die ik veel tegenkom; het is voor rijken makkelijk om te geven, want zij hebben veel. Misschien is een van de redenen dat zij veel hebben wel juist omdat zij weinig uitgeven. En we kennen ook wel dat we altijd meer willen. Dus pas op met het doen van aannames als je in contact komt met rijke mensen.

David geeft hier zelf als ‘fondsenwerver’ het goede voorbeeld door eerst zelf te geven en daarna roept hij het volk op om ook te geven. Dit is een mooie les over bijdragen aan je eigen organisatie. Het is veel makkelijker aan iemand om een bijdrage te vragen wanneer je zelf ook geeft aan de organisatie waar je voor werft.

Ik ken de argumenten waarom fondsenwervers niet aan hun eigen organisatie doneren. Van ‘ik lever al een stuk salaris in’, tot ‘ik werk veel meer dan waar ik voor betaald krijg’ en ga zo maar door. Maar verplaats je eens in de plek van een (potentiële) gever. Als jij ook vanuit je eigen geld doneert aan de missie wordt je warme uitnodiging aan die ander om ook mee te doen veel geloofwaardiger.

Net zoals bij de oproep van Mozes in Exodus 25 hier komt ook hier heel duidelijk de ruimte om te geven naar voren. “Wie van jullie wil ook een geschenk aan de Heer geven?”

Om over na te denken:

• Ben je zelf donateur van je eigen goede doel? Waarom wel/niet?
• Verplaats jezelf eens naar de andere kant van de tafel. Hoe zou je het vinden als iemand jou om geld komt vragen? Wanneer zou je wel geven en wanneer niet?

Ik hoop dat Mozes en David je al geïnspireerd hebben. Morgen zien we hoe koning Hizkia een stap verder gaat. Daarna kijken we naar Nehemia.