In Vuur en Vlam - Inspiratie Over Geloof, Passie en Opstaan Voorbeeld

Vuur op het plein

"Ze staken een vuur aan midden op de binnenplaats en gingen eromheen zitten; Petrus voegde zich bij hen."

Niemand zal mij bij dit vuur herkennen, want iedereen is hier om zich in deze koude nacht een beetje warm te houden. Wie ben ik? Simon, zoon van ene Jona: ik ben toch geen partij? Ik kan niets doen. Dit gaat tussen de hoge heren. Ik warm mijn handen zoals iedereen en hoor mijzelf drie keer zeggen: ik weet van niets. Ik heb er echt niets mee te maken.

Diep van binnen smeulen andere tijden, die willen uitbreken in een uitslaande brand. Dat vuur staat daar, Zon van het Recht! Hij die ketenen verbreekt, lammen doet lopen en blinden het gezicht geeft… maar ik zwijg. De eerste haan kraait. Nu smeult het van binnen niet langer, maar begint dat vuur mij op te vreten. Ik moet hier weg! Hoe overleef ik deze koude nacht?! Geef mij nog één kans… het is toch niet te laat om recht te doen?

Om over na te denken:
De kans hebben om goed te doen, om wél te spreken, om wél te handelen... Hoe voelt het om de kans te krijgen, maar als je deze aan je voorbij laat gaan? Het vuur dat kan voortstuwen om goed te doen en passievol in je kan branden, kan je ook verteren van spijt en wroeging.

"De Heer draaide zich om en keek Petrus aan, en toen herinnerde Petrus zich de woorden van de Heer: 'Nog voor er vannacht een haan heeft gekraaid zul je mij driemaal verloochenen.' Hij ging naar buiten en huilde bitter."

Petrus huilde bitter, verteert door spijt en wroeging. Welk vuur brandt in jou?