De strijd is van de HeereVoorbeeld

God gebruikt een buitenlandse koning om zijn volk te straffen

De Israëlieten waren Gods uitverkoren volk en Hij had hun het land Kanaän gegeven als eeuwig bezit - op voorwaarde dat zij zich aan hun verbond met de Heere zouden houden en geen andere goden zouden dienen. Deze voorwaarde was vanaf het begin duidelijk geweest. Maar het volk hield zich niet aan die belofte. Ondanks de vele waarschuwingen keerden zij zich steeds opnieuw van de Heere af. Toen strafte God hen. De boeken Koningen en Kronieken beschrijven hoe God vreemde koningen ertoe aanzette om oorlog tegen Israël te voeren en zijn uitverkoren volk in ballingschap te voeren. Hij stond zelfs toe dat ze de tempel in Jeruzalem verwoestten. Die koningen hadden geen idee van hun plaats in Gods plannen, zij probeerden alleen hun eigen macht uit te breiden. Maar God gebruikte hen om zijn volk een les te leren. Hij zat achter hun zelfzuchtige ambities en stond toe dat ze de Israëlieten schade berokkenden. “Het hart van een koning is in de hand van de HEERE als waterbeken, Hij neigt het tot alles wat Hem behaagt” (Spreuken 21:1, HSV).

Dit verhaal laat zien dat God de politieke en militaire ondernemingen van mensen kan gebruiken voor zijn plannen, zelfs als deze mensen de Heere niet bewust gehoorzamen!