De strijd is van de HeereVoorbeeld

God bevrijdt zijn volk uit de slavernij

Toen het volk Israël nog een familie was in plaats van een volk, trokken zij naar Egypte. In de loop der jaren groeide hun aantal en de Egyptenaren werden hen vijandig gezind. Dit resulteerde in onderdrukking en slavernij. Tegen deze achtergrond lezen we hoe God belooft zijn volk te bevrijden. Hij roept Farao op om het volk te laten gaan, maar Farao weigert dit te doen. Dan gaat God, namens zijn volk Israël, in de aanval. Telkens als Farao weigert de Israëlieten te laten gaan, stuurt God een plaag. Er zijn tien van deze plagen, variërend van kikkers, muggen en vliegen, tot hagel en drie dagen duisternis. De laatste plaag is het ergst: alle Egyptische eerstgeborenen sterven. Dan geeft Farao toe en laat de Israëlieten vertrekken. Maar het duurt niet lang of hij krijgt spijt van zijn besluit en achtervolgt het volk. Dan grijpt God opnieuw in. Hij drijft de zee terug, zodat het volk kan oversteken. Wanneer Farao hen achterna gaat in het midden van de zee, hervat het water zijn normale loop en het hele leger van Farao verdrinkt.

De Israëlieten zijn Gods machtige reddingsdaad nooit vergeten. Menselijk gezien was hun situatie hopeloos, maar de Heere bevrijdde hen.

Wat leert dit verhaal jou over het karakter van God?