Doeltreffend bidden - deel 1 Voorbeeld

Gedurfd bidden

‘Alles wat u de Vader zult bidden in Mijn Naam, zal Hij u geven’ (Johannes 16:23, HSV).

Wat lauw en slap zijn veel van de hedendaagse gebeden – ze zijn vaak niet meer dan een beleefd vragen om een minimaal gebruik of blijk van de goddelijke macht. Zelden komen onze gebeden boven het niveau van natuurlijke gedachten of eerdere ervaringen uit. Durven we ooit te bidden om iets buitengewoons? De hele tijdgeest neigt ernaar dat we zo min mogelijk van God verwachten en toch laat zijn Woord zien dat de spanwijdte van onze legitieme verwachting letterlijk geen grenzen kent.

Alsof Hij onze tegenzin om vrijuit te vragen verwachtte, gebruikt God elke universele term uit onze taal in zijn beloften aan de biddende mens. Onder andere: wat, waar, wanneer, wie, alles, iedereen. Laten we eens naar zo’n belofte kijken: ‘Alles wat u de Vader zult bidden in Mijn Naam, zal Hij u geven’ (Johannes 16:23, cursivering toegevoegd). Zoek de andere woorden eens op in relatie tot het gebed en je zult zien dat ze grote verzoeken sterk aanmoedigen. Er wordt wel eens gezegd dat de enige beperking en voorwaarde die God stelt aan gebed, is gelegen in het karakter van degene die bidt: ‘Zoals u gelooft, zo zal het ook gebeuren.’

God verheugt zich in het verhoren van gedurfd gebed. Hoe prompt reageerde Hij niet op de vrijmoedigheid van de Kanaänitische vrouw die in feite geen recht van spreken had. Hij moedigt ons aan om Hem vrijmoedig zowel om het onmogelijke, als om het mogelijke te vragen, aangezien voor Hem alle problemen dezelfde afmeting hebben – minder groot dan Hij. Daarom zei Jezus: ‘Als u een geloof had als een mosterdzaad, u zou tegen deze berg zeggen: Verplaats u van hier naar daar! En hij zou gaan, en niets zou voor u onmogelijk zijn’ (Mattheüs 17:20, HSV). En in een ander Bijbelgedeelte spreekt Hij over een boom in plaats van een berg. Maar vrijmoedig gebed laat zich niet afschrikken door een berg noch door een boom, want: ‘alles is mogelijk voor wie gelooft’.