Mattheus 25: Ga mee op reisVoorbeeld

Een weerspiegeling van ons hart

Wie zijn "de minste van deze"? Sommige bijbelgeleerden geloven dat Jezus, met het verwijzen naar "de minste van deze broeders", zijn discipelen bedoelde die lijden terwijl ze het evangelie verspreiden. Met andere woorden, de zorg voor de noden van vervolgde christenen dient Jezus zelf. Maar ik geloof dat de betekenis van Christus hier niet alleen vervolgde christenen omvat, maar alle mensen in nood.

Een smalle interpretatie van de term lijkt niet in overeenstemming te zijn met de vele verzen in het Oude en Nieuwe Testament die Gods speciale zorg voor de armen overbrengen. Verzen zoals deze:

Dit weet ik: de Heer doet recht aan zwakken en armen

- Psalm 140:13



Wie barmhartig is voor een arme leent aan de Heer, die zal hem zijn weldaad vergoeden.

- Spreuken 19:17

De kinderen van de armen zullen veilig leven, de zwakken vlijen rustig neer,…

- Jesaja 14:30



Hij beschermde het recht van armen en behoeftigen en leefde in voorspoed. Is dat niet: Mij kennen? – spreekt de Heer.

- Jeremia 22:16



Jezus zet dit thema voort in zijn preken, waarbij Hij vaak de zorg voor de armen verbindt met actie. “Wanneer u mensen ontvangt,” zegt Hij in Lukas 14:13-14 “nodig dan armen, kreupelen, verlamden en blinden uit. Dan zult u gelukkig zijn, zij kunnen voor u dan wel niets terugdoen, maar u zult ervoor beloond worden bij de opstanding van de rechtvaardigen.” 

Hij gaf ondubbelzinnige aanwijzingen aan de man van hooggeplaatste afkomst: “Eén ding ontbreekt u: ga naar huis, verkoop alles wat u hebt en geef het geld aan de armen, dan zult u een schat in de hemel bezitten; kom dan terug en volg Mij” (Marcus 10:21). 

En tegen de mensen die kwamen om gedoopt te worden door Jezus, zei Johannes de Doper: “Wie twee stel onderkleren heeft, moet delen met wie er geen heeft, en wie eten heeft moet hetzelfde doen” (Lucas 3:11). En Jezus’ Bergrede is de kers op de taart van Gods visie voor de armen: “Gelukkig jullie die arm zijn, want van jullie is het Koninkrijk van God” (Lucas 6:20).

Binnen de bredere thema's van de Schrift is Matteüs 25 een andere uitdrukking van Gods liefde voor de armen en zijn verlangen naar gerechtigheid voor de armen. 

Ons omgaan met deze kwetsbaren weerspiegelt hoe ons hart en leven ten diepste is: vol van Jezus of vol van onszelf. Dat is waar Jezus naar kijkt op de jongste dag: is ons geloof echt. Dat blijkt uit hoe we omgaan met kwetsbaren, zoals kinderen in grote nood.

Ken jij andere Bijbelverzen over onrecht of Gods liefde voor de armen en kwetsbaren die jou uitdagen?