Mattheus 25: Ga mee op reisVoorbeeld

Gods liefde tonen uit liefde

De hongerigen voeden, de dorstigen te drinken geven, de naakte mensen kleden en de zieken en gevangenen bezoeken zijn belangrijke taken voor ons als christenen en niet optioneel, zoals Matteüs 25 duidelijk maakt: het niet doen van deze dingen kwalificeert als een zonde van nalatigheid. 

Om dit harde oordeel beter te begrijpen, moeten we kijken naar de voorgaande Bijbelgedeelten. In Matteüs 23 bestempelt Jezus de Farizeeën als huichelaars, die pronken met het betalen van hun tienden, maar die "de belangrijkere zaken van de wet” - rechtvaardigheid, barmhartigheid en trouw - verwaarlozen (Matteüs 23:23). En de passages in Matteüs 25 die naar de scène van het eindoordeel leiden, ondersteunen het idee dat God mensen zal beoordelen op basis van de authenticiteit van hun geloof. De gelijkenis van de maagden waarschuwt de gelovigen om zich verstandig voor te bereiden op de terugkeer van hun Heer, anders worden ze buitengesloten. En de gelijkenis van de de talenten laat zien dat degenen die handelen in overeenstemming met de verwachtingen van hun meester worden beloond, terwijl de dienaar die niets had gedaan met wat hem was toevertrouwd wordt verbannen. Deze gelijkenissen geven aan dat Jezus wil dat wij het ware geloof belichamen, een levenswijze die in overeenstemming is met de leer en de geboden van Christus. Het evangelie in actie.

Waarom zijn de werken belangrijk? 

Matteüs 25 roept onvermijdelijk “het geloof versus het werken”-debat op dat verdeeldheid kan zaaien in het lichaam van Christus. Ik geloof dat geloof en werken nooit bedoeld waren om in tweestrijd te zijn. Het is natuurlijk niet waar dat we redding kunnen bereiken door veel goede werken te doen. Efeziërs 2 maakt dit heel duidelijk: "Want het is door genade dat u gered bent, door het geloof - en dit is niet van uzelf, het is de gave van God - niet door werken, zodat niemand kan opscheppen" (Efeziërs 2:8-9).

Maar als we naar het volgende vers kijken, begrijpen we de harmonie tussen geloof en werken: “Want hij heeft ons gemaakt tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God heeft voorbereid” (vers 10). Deze krachtige verzen vertellen ons dat we inderdaad gered zijn door het geloof alleen, het wonderbaarlijke cadeau van een liefhebbende God en dat we gered zijn voor een doel - om de goede werken te doen die God van tevoren voor ons heeft voorbereid. De logische uitkomst van ons geloof is dus om goede werken te doen. Dit is het bewijs van verlossing en vernieuwing in Christus. 

Het belangrijkste van het oordeel in Matteüs 25 is niet dat we goede werken doen om ons geloof aan de wereld of zelfs aan God te bewijzen. Wanneer we Gods liefde aan de minste en de verlorenen tonen, doen we dit letterlijk aan Christus zelf. We doen het uit liefde. Het is precies wat Jezus beschrijft als de twee grootste geboden: "Heb God lief boven alles en heb je naaste lief als jezelf". Onze zorg voor 'de minste van deze' vloeit voort uit de liefde voor onze Verlosser.

Wat is voor jou de grootste uitdaging in Matteüs 25:31-46?