Zoek resultaten voor: geheel in hem

1 Samuël 7:9 (HTB)

Samuël verbrandde een jong lam in zijn geheel als brandoffer aan de Here en smeekte Hem Israël te helpen. En de Here verhoorde zijn gebed.

Psalmen 44:20 (HTB)

Desondanks hebt U ons op gevaarlijke plaatsen gebracht en tastten wij soms geheel in het duister.

1 Thessalonicenzen 5:2 (HTB)

U weet immers dat de grote dag van de Here geheel onverwacht komt, als een dief in de nacht.

Jesaja 51:17 (HTB)

Word wakker, word wakker, Jeruzalem! U hebt genoeg gedronken uit de beker van Gods toorn. U hebt hem tot de laatste druppel leeggedronken en raakte geheel bedwelmd.

Lucas 11:36 (HTB)

Als u van binnen licht bent, zonder een spoortje duisternis, zult u geheel in het licht staan, alsof een heldere lamp u verlicht.’

Leviticus 11:26 (HTB)

Onrein wordt ook ieder die in aanraking komt met dieren die wel gespleten, maar geen geheel doorkloofde hoeven hebben of die niet herkauwen.

Mattheüs 6:23 (HTB)

Maar als uw oog boosaardig is, leeft u geheel in het donker. En als het licht in uw innerlijk verduisterd is, in welk een duisternis leeft u dan niet.

Geen enkel zondoffer echter, waarvan het bloed de tabernakel is binnengebracht om er in het heiligdom verzoening mee te doen, mag worden gegeten. Het moet in zijn geheel voor de Here worden verbrand.’

Lucas 11:34 (HTB)

Het oog is de lamp van het lichaam. Als uw oog zuiver is en alleen op het goede gericht, leeft uw hele lichaam in het licht. Maar als uw oog boosaardig is, leeft u geheel in het donker.

Exodus 37:25 (HTB)

Ook het reukofferaltaar werd van acaciahout gemaakt. Het was 45 cm in het vierkant en 90 cm hoog. De horens aan de hoeken van het altaar vormden een geheel met de rest van het altaar.

2 Kronieken 26:11 (HTB)

Verder beschikte Uzzia over een sterk leger, dat was verdeeld in afdelingen waarvan de grootte was bepaald door de legersecretaris Jeïël en zijn assistent Maäseja. Het geheel stond onder toezicht van Hananja, een van de hoofdbestuurders van de koning.

Mattheüs 26:67 (HTB)

Daarna spuugden zij Hem in het gezicht en sloegen Hem.

Ezechiël 19:4 (HTB)

Toen stuurden de volken hun jagers op hem af. Zij vingen hem in een valkuil en brachten hem in de boeien naar Egypte.

Psalmen 41:3 (HTB)

De Here zal hem beschermen en in leven laten. Anderen zullen hem prijzen. Zijn vijanden krijgen hem er niet onder.

Ezechiël 19:8 (HTB)

Maar de legers van vele volken omsingelden hem. Zij vingen hem in een valkuil en namen hem gevangen.

Romeinen 10:14 (HTB)

Maar als zij niet in Hem geloven, hoe kunnen zij Hem dan aanroepen? En als zij nooit van Hem gehoord hebben, hoe kunnen zij dan in Hem geloven? Als niemand hun over Hem vertelt, hoe kunnen zij het dan horen?

1 Samuël 23:16 (HTB)

Ondertussen ging Jonathan eropuit om David te zoeken, hij ontmoette hem bij Choresa en bemoedigde hem in zijn geloof in God.

Ezechiël 31:9 (HTB)

Alle bomen in Eden benijdden hem om de pracht die Ik hem had gegeven.

Job 2:6 (HTB)

‘Doe met hem wat u wilt,’ antwoordde de Here , ‘maar laat hem in leven.’

Handelingen 28:8 (HTB)

Publiusʼ vader lag met koorts en dysenterie in bed. Paulus ging naar hem toe, bad voor hem, legde zijn handen op hem en genas hem.

Job 20:9 (HTB)

Niemand zal hem ooit terugzien. In zijn woonplaats zullen ze hem zelfs niet eens missen.