De dood en opstanding van de KoningVoorbeeld

God heeft de touwtjes in handen

“Zij zeiden echter: Niet tijdens het feest, opdat er geen opschudding onder het volk komt” (Mattheüs 26:5, HSV).

Mattheüs vertelt ons over overpriesters, schriftgeleerden en de oudsten van het volk die Jezus wilden doden. Later zullen we lezen over Judas die Hem verraadde, soldaten die Hem arresteerden en de gouverneur Pilatus die Hem overleverde om gekruisigd te worden... Al deze mensen speelden een rol in de gebeurtenissen. Maar toch stond God boven dit alles.

De tegenstanders van Jezus waren van plan om Hem in het geheim te arresteren, omdat ze wisten dat Jezus erg populair was bij het volk. Als ze Hem openlijk zouden oppakken, zou dat een rel kunnen veroorzaken, wat hen weer in de problemen zou kunnen brengen bij de Romeinse soldaten die verantwoordelijk waren voor het bewaren van de vrede in het land. Om dezelfde reden wilden ze Jezus niet arresteren tijdens het Pesachfeest, wanneer Jeruzalem overvol zou zijn met duizenden Joden die het feest bijwoonden. Hun plannen werden echter doorkruist. Jezus had al gezinspeeld op het feit dat Hij tijdens Pesach zou sterven, door dit feest en zijn aanstaande kruisiging in één adem te noemen in Mattheüs 26:2 (HSV): “U weet dat over twee dagen het Pascha is, en dan zal de Zoon des mensen overgeleverd worden om gekruisigd te worden”. En dat is precies wat er gebeurde. Dit kleine detail laat zien dat God de touwtjes in handen had. Jezus stierf tijdens het feest. Morgen zullen we zien hoe betekenisvol dit is!