Gebed voor moslims, deel 3Voorbeeld

Het Munji-volk in Afghanistan

De Munji zijn Ismaili moslims die in de bergen van Afghanistan wonen. Ze wonen al eeuwenlang in dezelfde vallei met hun eigen taal en identiteit. Ze leven van landbouw en veeteelt. Tientallen jaren van oorlog hebben hen zwaar getroffen. Armoede en gebrek aan wegen maken de toegang tot medicijnen, onderwijs en voeding moeilijk. Er is weinig hoop voor de toekomst en er is angst voor het heden.

In de zomer brengen ze hun kuddes naar de hoge bergweiden, waar ze genieten van een seizoen met meer dan genoeg te eten en de schoonheid van de hoge bergvalleien. Naast de islamitische feestdagen hebben ze het hele jaar door verschillende lokale festivals. Mensen komen samen om bijvoorbeeld de erwtenoogst en het traditionele nieuwjaar te vieren.

Er zijn geen gemeenschappen van Munji-gelovigen. De meeste mensen hebben geen toegang tot de Bijbel in hun eigen taal. Maar God is de Munji niet vergeten! Een Munji-man had een droom waarin hij Jezus zag, hoog en verheven. Helder stralend, met een Boek in zijn hand. In de droom had Hij de regen en stormen onder controle. Deze droom leidde hem op een reis om ‘het Boek van Jezus’ te vinden en de waarheid over Jezus te leren. Bid dat anderen dezelfde reis maken om Jezus en zijn zegeningen te leren kennen!

"Maar Jezus antwoordde hun: Mijn Vader werkt tot nu toe en Ik werk ook" (Johannes 5:17, HSV).

Gebedspunten

• Bid voor de dagelijkse noden van het Munji-volk te midden van armoede en gebrek aan goede gezondheidszorg en onderwijs.
• Bid voor bevrijding van verslavingen en voor hoop voor hun toekomst.
• Bid dat het Woord van God in elk huis gelezen en geloofd wordt. Dat ze ontdekken dat het Goede Nieuws van Jezus hen nieuw leven geeft.