Evangeliseren... maar dan andersVoorbeeld

Het werkwoord evangeliseren is afgeleid van het Griekse woord euangelizomai, wat betekent: ‘(goed) bericht geven’. In het Nieuwe Testament wordt het woord voor het eerst gebruikt in het Bijbelboek Mattheüs 11:5, NBG51:

“(…) blinden worden ziende en lammen wandelen, melaatsen worden gereinigd en doven horen en doden worden opgewekt en armen ontvangen het evangelie [euangelizomai].”

‘Evangeliseren’ wordt vaak geassocieerd met mensen die op straat of duizenden kilometers verderop over Jezus vertellen. Beide zie ik mezelf niet zo snel doen. Tóch heb ik passie om het evangelie te delen met mensen die het nog niet kennen. En jij waarschijnlijk ook.

Ik kan veel leren van de verschillende manieren hoe Jezus hiermee omging. Hij is voor mij het ultieme voorbeeld, want zijn doel op aarde was letterlijk evangelisatie. In de Bijbel vind ik 4 persoonlijke ontmoetingen, waarbij Jezus ‘goed bericht gaf’ aan mensen die er in eerste instantie niet op zaten te wachten, én die zorgden voor een verdere verspreiding van het evangelie.

Deze mensen waren niet direct op zoek naar Jezus. Dat is dus anders dan een Zacheüs die in een boom klom om Jezus te willen zien, of de bloedvloeiende vrouw die Jezus’ mantel wilde aanraken.

In de komende dagen gaan we langs deze 4 ontmoetingen. Zijn er overeenkomsten te ontdekken? En hoe ging Jezus daarmee om?

Wellicht ben je op zoek naar hoe je evangeliseren handen en voeten moet geven, of misschien is het helemaal nieuw voor je. Evangeliseren is een opdracht rechtstreeks van Jezus en ik bid dat dit plan je mag aanwakkeren om stappen te zetten op een manier die bij jou past.