Een nieuwe toekomst voor de kerkVoorbeeld

Vernieuwen

De zevende maand is de maand van herstel en vernieuwing. We hoorden hoe deze maand in Israëls geschiedenis in beeld komt bij de terugkeer uit ballingschap, nadat het volk van God was afgevallen. Nadat zij Jeruzalems tempel en muur hadden herbouwd, brak voor hen een nieuwe toekomst aan en gingen ze ook weer het Loofhuttenfeest vieren als teken van een nieuw begin (zie Nehemia 8:18).

Het bijzondere van Gods Woord is dat het één is. Ook wij kunnen door zonde een terugval in de relatie met God meemaken en daardoor de werking van de Geest missen. De bazuin van Gods stem wil ons daarvan overtuigen (´Dag van Bazuingeschal´). En via de Verzoendag komen we dan uit bij het Loofhuttenfeest waarop vreugde centraal staat. Gods opdracht voor dit feest was: vrolijk zijn voor Gods aangezicht! Wanneer we gezondigd hebben en op de Verzoendag genade hebben ontvangen, gaan we merken dat de zalfolie van de Geest – een zalving van vrede en vreugde (zie Romeinen 14:17) – weer terugkomt in ons leven. We worden vernieuwd! De verstopping is opgeheven en we zijn weer één geest met Hem (zie 1 Korinthiërs 6:17). Het water van de Geest gaat weer stromen en we krijgen deel aan de volheid van Christus. Precies zoals Jezus aankondigde op de laatste dag van het Loofhuttenfeest (zie Johannes 7:37-39).

Ook Jesaja profeteerde over een vreugde in Gods Huis (zie Jesaja 56:3-8): In onze tijd wil God zijn kerk na een lange omweg weer terugbrengen in zijn Huis van gebed voor alle volken, waarin Hij ons vreugde zal bereiden. Vanuit de kerkelijke versnippering terug naar één plaatselijk Lichaam van Christus. En wanneer wij na die geestelijke terugkeer Gods Huis in de woonplaats hebben herbouwd, dan wil God het vullen met een nieuwe zalving van zijn Geest. Precies zoals Hij in Ezechiël 37 zijn Geest blies in het nieuw gevormde lichaam. Nieuwe wijn in een nieuwe wijnzak. Dat is Gods belofte! Door vervolgens ruimte te maken voor het werk van de Geest, verkondigt de gemeente de komst van Gods Koninkrijk. En bij de komst van dat Koninkrijk staan we morgen nog stil, alvorens we horen hoe we in de woonplaatsen Gods Huis kunnen gaan te herbouwen.