Waar vind ik hulp?Voorbeeld

Voortdurende bescherming

“...De HEERE is uw schaduw aan uw rechterhand. De zon zal u overdag niet steken, de maan niet in de nacht” (Psalm 121:5-6, HSV).

Als je in Israël op reis bent, is de brandende zon een serieus gevaar. Zeker als je niet genoeg water bij je hebt. Een beetje schaduw is dan niet alleen erg aangenaam, maar levensbelangrijk. In de tijd van de Bijbel werd breed gedacht dat de maan bepaalde ziektes kon veroorzaken — en ook eeuwen later werden mensen nog gediagnosticeerd als “maanziek”.

Psalm 121 geeft dus een soort samenvatting: op alle mogelijke tijdstippen is de Heere bij je in de gevaren die je tegenkomt. Hij kan dat doen, omdat Hij (zoals we gisteren zagen) nooit slaapt. Hij kan de natuurkrachten en de geestelijke gevaren beteugelen, omdat Hij De Schepper is van hemel en aarde. Hij reist met je mee “aan je rechterhand”, op de plaats waar normaal gesproken een advocaat of beschermer staat. Dat wordt nog wat duidelijker verwoord in Psalm 16:8 (HSV), “Ik stel mij de HEERE voortdurend voor ogen; omdat Hij aan mijn rechterhand is, wankel ik niet.”

Als de Heere bij je is, hoef je geen angst te hebben. Dat geldt op letterlijke reizen, waarvoor je Hem om bescherming mag bidden. Maar het geldt ook voor je “levensreis”, voor je hele doen en laten.

Besef jij dat je in alles Gods bescherming nodig hebt? Hoe breng je dat onder woorden?