Een tijd om te zwijgen en een tijd om te sprekenVoorbeeld

Je woorden doen ertoe voor de Heere God

“Maar Ik zeg u dat de mensen van elk nutteloos woord dat zij zullen spreken, rekenschap moeten geven op de dag van het oordeel” (Mattheüs 12:36, HSV).

Wij zijn soms geneigd om te denken dat onze woorden niet zo belangrijk zijn. Onze daden doen er veel meer toe, toch? En als we onze woorden wat ongelukkig kiezen, maar onze bedoelingen goed zijn, dan is het vast wel in orde… De Bijbeltekst van vandaag waarschuwt ons echter dat we rekenschap zullen moeten geven van elk nutteloos woord dat we spreken. Onze woorden doen er dus wel degelijk toe!

De Heere Jezus trekt een directe lijn tussen ons hart en onze woorden. “...Want uit de overvloed van het hart spreekt de mond” (Mattheüs 12:34, HSV). Daarom zullen onze woorden ook meewegen in Gods oordeel over ons leven. Ze laten zien wat er van binnen leeft. Dat was heel duidelijk bij Jezus’ gesprekspartners op dat moment, de Farizeeën. Zij zagen hoe Jezus een demon uitdreef, maar ze wilden zijn goddelijke autoriteit niet erkennen en daarom beweerden ze dat Jezus zelf door een demon bezeten was. Hun woorden kwamen voort uit een verbitterd, verhard hart dat niets van God wilde weten. Ze lasterden God tegen beter weten in. En dat nam Jezus hen heel kwalijk.

Gemiddeld spreken we meer dan 10.000 woorden per dag. Vaak zonder er diep over na te denken. Let vandaag eens op wat er allemaal uit jouw mond komt. Wat valt je op aan de woorden die je hebt gebruikt?