Jezus' lijden, dood en opstandingVoorbeeld

Petrus’ val en Jezus’ trouw

“[Petrus] zei tegen Hem: Heere, met U ben ik bereid om zelfs de gevangenis en de dood in te gaan. Maar Hij [=Jezus] zei: Ik zeg u, Petrus, de haan zal vandaag beslist niet kraaien, voordat u driemaal geloochend zult hebben dat u Mij kent” (Lukas 22:33-34, HSV).

Jezus kende zijn discipelen door en door. Hij kende hun sterke punten en hun zwakheden. Hij wist dat Simon Petrus de neiging had zichzelf te overschatten. En daarom waarschuwde Jezus hem liefdevol. Er zou een moeilijke nacht aanbreken. Satan zou er alles aan doen om niet alleen Jezus te doden, maar ook zijn volgelingen ten val te brengen. Maar dat zou Jezus niet toestaan. “Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoudt”, zei Hij bemoedigend.

Petrus waande zich echter onaantastbaar. Hij was immers Jezus’ trouwste discipel! Hij zou zelfs voor Jezus sterven als dat nodig was!

Het vervolg van de geschiedenis maakt pijnlijk duidelijk hoe kwetsbaar Petrus eigenlijk was. Zodra hij in het nauw gedreven werd, ontkende hij stellig dat hij iets met Jezus te maken had. Zijn dapperheid en loyaliteit verkruimelden in een ogenblik. Toen hij besefte wat hij gedaan had, vluchtte hij huilend de nacht in.

Maar Jezus’ belofte stond vast. “Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoudt”. Al was Petrus diep gevallen, hij bleef een kind van God. Jezus schreef hem niet af maar schonk hem naderhand vergeving en herstel.

Deze geschiedenis is zowel een waarschuwing als een bemoediging. Als wij Jezus willen volgen, kan dat moeilijk zijn. In eigen kracht lukt ons dat niet. Maar Hij houdt ons vast!