Overvloedig leven, Efeziërs deel 9Voorbeeld

De geestelijke strijd

Aan het eind van zijn brief, benoemt Paulus de geestelijke strijd waar je mee te maken hebt. Niet als iets wat je overkomt, maar waar je actief in kiest. Je krijgt een oproep om krachtig te zijn in God en bewust te zijn van zijn macht en de daarbij behorende autoriteit. Telkens gebruikt Paulus de gebiedende wijs in de werkwoorden die hij noemt: wees, doet, neemt, stelt, bidt etc. Het spreekt dus over een soldaat die zich actief opstelt in de strijd.

Die strijd is niet vrijblijvend. Je bent sowieso in oorlog als kind van God. Tegen wie? Een geestelijke werkelijkheid van de duivel en zijn demonen. Niet zichtbaar met het natuurlijke oog, maar wel met het geestelijke oog. Maak dus niet de fout om tegen mensen te strijden, hoe logisch dat ook lijkt.

De woorden ‘standhouden’ en ‘worstelen’ hebben als betekenis in zich een strijder die er voor kiest om in de ring te stappen en de strijd aan te gaan vanuit overwinning. Dus nogmaals hier spreekt niet de gedachte van vele christenen: ik vecht pas wanneer ik aangevallen wordt. Nee, hier spreekt de gedachte van een strijder die zelf de strijd bepaalt en aangaat. Zoals Jozua en het volk actief namens God besloten het land Kanaän in bezit te nemen.

Vraag:

Hoe bewust ben jij van de geestelijke oorlog waarin je bent? Wat mag veranderen in je strijdbaarheid?