David en Goliath

Het verhaal van David en Goliath is het eerste moment in Davids leven waarin Gods rechtvaardigheid zichtbaar wordt. Tenminste, het eerste moment waarvan het is opgeschreven. David zegt zelf, ‘de HEER die me gered heeft uit de klauwen van leeuwen en beren, zal me ook redden uit de handen van deze Filistijn.’ David is bekend met Gods rechtvaardigheid. Hij weet dat hij beschermd wordt door de God van Israël, en daar vertrouwt hij blindelings op. David kan het niet uitstaan dat een heidense reus zijn God ten schande zet, en hij wil het voor Hem opnemen.

De gerechtigheid van God kan ons soms erg verbazen, maar soms is het ook heel eenvoudig. Rechtvaardigheid gaat om recht maken wat krom is. Gods Naam wordt onrecht aangedaan, dus door Zijn dienaar David zet God dat weer recht. Zo simpel is het. David vertrouwt 100% op Gods hulp. Dit is geen leeg vertrouwen, dit vertrouwen is gebaseerd op zijn persoonlijke relatie met God.

David kent het hart van God, het doet David net zo veel pijn als God zelf dat Zijn Naam ten schande wordt gezet. Naast recht maken wat krom is, gaat Gods gerechtigheid ook om de eer van Zijn Naam. God had net zo goed de Filistijnen kunnen verslaan door middel van het hele leger van Israël. Toch maakt Hij heel bewust gebruik van één man die niet zo groot is en ook nog erg jong. Deze jongeman was de enige die zich volledig in dienst van God wil inzetten. Juist door het grote verschil tussen klein en groot is het Gods Naam die alle eer mag krijgen.

David vocht met een letterlijke reus, maar er zijn veel figuurlijke reuzen in het leven van vandaag de dag. Het principe van Gods rechtvaardigheid geldt nog steeds. Wie een intieme relatie met God heeft en Gods hart leert kennen, krijgt wat te zien van Gods gerechtigheid.

Wie Gods hart deelt, voelt pijn wanneer Gods naam ten schande wordt gezet. Wie volledig op God vertrouwt, krijgt ongetwijfeld hulp in de strijd tegen reuzen. Heb jij wel eens ervaren dat God jou helpt in het verslaan van reuzen?