God en DelenVoorbeeld

Dag 4: De allergrootste gave

Uit de Bijbel - 1 Johannes 3:16

Wat liefde is, hebben we geleerd van hem die zijn leven voor ons gegeven heeft. Daarom horen ook wij ons leven te geven voor onze broeders en zusters.

Uit het leven

Rond Goede Vrijdag bestaat er in Nederland sinds de 20e eeuw een unieke traditie, die inmiddels tot ons cultureel erfgoed behoort. We luisteren dan massaal naar de Matthäus-Passion van Johann Sebastian Bach. Elk jaar ben ik weer tot tranen toe bewogen. Vooral bij de aria ‘Aus Liebe’ kan ik mijn emoties nauwelijks binnen houden. Deze aria wordt als antwoord gezongen op de vraag van Pontius Pilatus: Wat heeft Hij dan misdaan? (Mattheüs 27: 23 – NBV 2004). Het antwoord van de menigte is: “Aan het kruis met Hem!” Het is het moment in deze passievertelling dat het persoonlijk wordt. Het wordt duidelijk dat Jezus uit liefde voor mij en jou is gestorven. Dat vraagt om een antwoord. Iedere keer dat ik deelneem aan het heilig avondmaal, dan beleef ik deze emotie opnieuw. Als ik het brood eet – symbool van Zijn lichaam – en uit de beker drink – symbool van Zijn bloed, dan ervaar ik hoe verstrekkend die liefde is. Het mag echter niet uitsluitend bij deze emotionele beleving blijven. Het houdt ook een opdracht in. Als wij deelhebben aan Zijn lijden en sterven, dan moet diezelfde liefde ook onze drijfkracht worden. Naar elkaar en naar al onze medemensen. Laten we de ander op dezelfde wijze liefhebben. Dan zal iedereen om ons heen zien en begrijpen dat wij volgelingen zijn van Christus.

Uitdaging

Als het onze opdracht is om liefde onze drijfkracht te laten zijn, hoe doe je dat dan naar elkaar, naar je medemens? Wat kan jij doorgeven van Jezus' liefde aan anderen? Hoe kun je bijvoorbeeld concreet je liefde tonen aan vluchtelingen, die nu naar Nederland komen?