Gods Zorg Voor Vluchtelingen, Buitenstaanders en VreemdelingenVoorbeeld

Vreemdelingen zijn welkom in Gods gezin

God heeft een speciaal verbond met het volk Israël. Ook mensen uit andere volken werden uitgenodigd om bij Gods volk te gaan horen, maar in de tijd van het Oude Testament gebeurde dat maar op beperkte schaal. In het algemeen waren de volken “vervreemd van het burgerschap van Israël en vreemdelingen wat betreft de verbonden van de belofte” (zie Efeze 2:12).

Maar toen Jezus kwam, brak er een nieuwe tijd aan. Hij haalde de scheidsmuur tussen Joden en heidenen omver en maakte ze tot één volk. Iedereen is welkom om “huisgenoten van God” te worden, door geloof in Jezus. Daarvoor hoef je geen Jood te zijn of te worden.

In Gods Koninkrijk is niemand meer een vreemdeling of buitenstaander. Jezus verenigt gelovigen uit alle volken en talen tot één “kudde” en zorgt voor hen als de Goede Herder. Dat was al voorzegd door de profeet Jesaja: “En de vreemdelingen die zich bij de HEERE voegen (…) hen zal Ik ook brengen naar Mijn heilige berg, en Ik zal hen verblijden in Mijn huis van gebed” (Jesaja 56:6-7).

God is niet geïnteresseerd in onze nationaliteit. In zijn koninkrijk “is niet Griek en Jood van belang, besnedene en onbesnedene, barbaar en Scyth, slaaf en vrije, maar Christus is alles en in allen” (zie Kolossenzen 3:11).

Laat je nationaliteit of sociale positie je er niet van weerhouden om zijn uitnodiging aan te nemen!