Op de bres staan zoals Abraham

(tekst Thomas Degryse, audio Ludwig Swinkels)

Op een bepaald moment kregen Abraham en Sarah bezoek van de Heer en een aantal engelen. Ze zeiden tegen Abraham dat ze over een jaar zouden terugkeren en dat hij dan een zoon zou hebben. Daarna gingen de mannen weg en “De Heere zei: Zal Ik voor Abraham verbergen wat Ik ga doen?” (Genesis 18:17, HSV). Daarna zei de Heer tegen Abraham dat Hij naar Sodom en Gomorra zou gaan om de beide steden te vernietigen vanwege hun zonden. Maar Abraham had zo’n relatie met de Heer, dat Hij reageerde op wat de Heer zei: “En Abraham kwam dichterbij en zei: Zult U ook de rechtvaardige tegelijk met de goddeloze wegvagen?” (Genesis 18:23).

Abraham kende God, had een relatie met God. Hij kende Gods hart en wist dat het niet Gods hart was om de rechtvaardigen samen met de onrechtvaardigen te doden. Hij wist dat het Gods wil was om rechtvaardig te handelen en dus niet de rechtvaardigen en onrechtvaardigen over dezelfde kam te scheren. De Heer geeft eraan toe en uiteindelijk komen ze tot een besluit dat als er tien rechtvaardigen zijn, dat God hen niet zal vernietigen. Helaas waren er zelfs geen tien. Maar God, in al zijn rechtvaardigheid, redde wel Lot en zijn gezin. En dit alles omdat Abraham in de bres stond voor Lot, omdat Abraham voorbede gedaan heeft, en bij God gepleit heeft om het leven van anderen. Abraham kende God, kende zijn hart en zijn wil. Wat als Abraham zou zijn doorgegaan tot één enkele rechtvaardige persoon? Misschien zouden deze steden wel behouden geweest zijn?

In ieder geval laat de vrijmoedigheid en het hart van Abraham ons bemoedigen om voorbede te doen voor onze eigen stad en ons eigen land. Ja, er is heel wat onrechtvaardigheid in onze eigen steden en dorpen: mensen leven zonder God, er is moord, overspel, haat, enz... Dit zijn allemaal zaken die in veel steden spelen. Maar jij mag als rechtvaardige en als kind van God voor Gods troon staan en zeggen: “Heer, om uw goedheid, red deze stad, red mijn dorp, red dit land, red Europa. Openbaar Uzelf, raak harten aan. Kom, en vergeef de onrechtvaardigheid in deze stad, o Heer.”
Zoek God en ken Hem. Vol ontzag kunnen we Hem kennen!