Geloofsgeheimen Deel 3 – Hudson TaylorVoorbeeld

REKENING HOUDEN MET DE ZWAKKE

"Welzalig is hij die verstandig omgaat met een ellendige; In dagen van onheil zal de Heere hem bevrijden" (Psalm 41:2, HSV).

Het karakter van deze man lijkt heel erg op dat van Christus, zodat God hem bevoorrecht. Hij heeft de gelaatstrekken van zijn Heere gezien, alsof ze weerspiegelden in een ruit. En alsof hijzelf die ruit is, reflecteert hij Christus’ karakter. Het hart van God gaat naar hem uit en alles wat hij nodig heeft wordt hem gegeven. Als degene die anderen in moeilijkheden heeft geholpen, zelf in moeilijkheden komt, zal God dan minder voor hem doen? Nee! Het volgende vers zegt: “De Heere zal hem bewaren en hem in het leven behouden; hij zal op aarde gelukkig gemaakt worden. Geef hem niet over aan het verlangen van zijn vijanden” (Psalm 41:3, HSV).

Maar wie is het die zo gezegend wordt? Niet degene die zijn ogen wil behoeden voor een pijnlijk tafereel door het geven van een miezerige aalmoes. Of zichzelf bevrijdt van een vasthoudende collectant voor een goed doel. Niet degene die zijn eigen geweten sust door gaven die geen zelfopoffering vragen en vervolgens de zaak van de armen en behoeftigen uit zijn gedachten wist en doodgemoedereerd de zegeningen opeist die beloofd worden aan degenen die goed doen. De mensen die eer en roem zoeken door middel van hun donaties, laten we helemaal buiten beschouwing. De zegen wordt uitgesproken over hem of haar die de armen ‘ziet’ en ‘met hen omgaat’. Die aandacht schenkt aan de armen en behoeftigen en doet wat hij of zij kan om het totaal van de menselijke ellende te verminderen, ook als dat zelfopoffering vraagt. Zulke mensen zijn inderdaad gezegend, en zullen worden gezegend: zegen is hun onvervreemdbaar deel. 

Laten we de tekst niet vergeestelijken zodat we de overduidelijke bedoeling ervan verliezen. Wij protestanten lopen dat risico gemakkelijk. Hoeveel van Zijn kostbare tijd en energie besteedde onze Heere niet aan het tijdelijk zegenen van de armen, de verdrukten en de behoeftigen? Dergelijke hulp, voortkomend uit een zuiver motief, kan niet verloren gaan. Die is goddelijk en christelijk. 

Ik schrijf deze zinnen terwijl ik op een Chinese boot zit, die aangemeerd ligt bij een Chinees dorp. Mijn hart loopt over; wat zal ik nog meer zeggen? Ik smeek je om de zaak van de armen te behartigen. Moge de Heere je wijsheid geven.

Gebed:

Heere Jezus, ik lees de woorden en denk over hun betekenis na, maar alleen Uw Geest kan mijn hart op het Uwe laten lijken. Geef me een hart voor de armen, de behoeftigen, voor een verloren wereld. Amen.