De brief aan de Hebreeën 7:4, 8, 13, 15, 18
De brief aan de Hebreeën 7:4 NBG51
Merkt dan op, hoe groot deze is, aan wie de aartsvader Abraham een tiende gegeven heeft van het beste van de buit.
De brief aan de Hebreeën 7:8 NBG51
En hier ontvangen sterfelijke mensen tienden, doch dáár iemand, van wie wordt getuigd, dat hij leeft.
De brief aan de Hebreeën 7:13 NBG51
Want Hij, van wie aldus wordt gesproken, heeft behoord tot een andere stam, waaruit niemand met het altaar te doen had
De brief aan de Hebreeën 7:15 NBG51
En nog veel duidelijker wordt het, als naar het evenbeeld van Melchisedek een andere priester opstaat
De brief aan de Hebreeën 7:18 NBG51
Want een vroeger voorschrift wordt wel afgeschaft, als het zonder kracht en nut is