Psalmen 139:3-6
Psalmen 139:3-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Gij onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, met al mijn wegen zijt Gij vertrouwd. Want er is geen woord op mijn tong, of, zie, HERE, Gij kent het volkomen; Gij omgeeft mij van achteren en van voren en Gij legt uw hand op mij. Het begrijpen is mij te wonderbaar, te verheven, ik kan er niet bij.
Psalmen 139:3-6 Het Boek (HTB)
U ziet waar ik heen ga en weet wanneer ik ga liggen. Alles wat ik doe, is voor U bekend. Elk woord dat ik uitspreek kent U al, HERE. U bent bij mij, naast mij, voor mij, achter mij. Uw hand rust op mij. Het is voor mij onmogelijk dat te begrijpen. Het is zo wonderlijk, zo hoog.
Psalmen 139:3-6 BasisBijbel (BB)
U bent dag en nacht bij mij, U weet alles wat ik doe. U kent elk woord van mij, nog voordat ik het heb gezegd. U bent aan alle kanten om mij heen en uw hand rust op mij. Het is te wonderlijk om te begrijpen. Het is te bijzonder, ik kan er niet bij.
Psalmen 139:3-6 Herziene Statenvertaling (HSV)
U onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, U bent met al mijn wegen vertrouwd. Al is er nog geen woord op mijn tong, zie, HEERE, U weet het alles. U sluit mij in van achter en van voren, U legt Uw hand op mij. Dit kennen – het is mij te wonderlijk, te hoog, ik kan er niet bij.