Micha 1:2-7
Micha 1:2-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Hoort, gij volkeren altemaal; merk op, gij aarde en haar volheid, opdat de Here HERE getuige zij tegen u, de Here uit zijn heilige tempel. Want zie, de HERE gaat uit van zijn woning, en Hij daalt neder en treedt op de hoogten der aarde. De bergen versmelten onder Hem en de dalen splijten, als was voor het vuur, als water dat afgutst van een helling. Om Jakobs overtreding is dit alles en om de zonden van het huis Israëls. Wat is Jakobs overtreding? Is het niet Samaria? En wat (de zonde van) Juda’s hoogten? Is het niet Jeruzalem? Daarom zal Ik Samaria maken tot een puinhoop op het veld, tot een oord om wijngaarden te planten; Ik zal zijn stenen in het dal nederstorten en zijn fundamenten blootleggen. Al zijn gesneden beelden zullen stukgeslagen worden, en al zijn wijgeschenken met vuur verbrand worden, en al zijn afgodsbeelden zal Ik te gruizel slaan, want van hoerenloon heeft het ze bijeengebracht en zij zullen weder tot hoerenloon worden.
Micha 1:2-7 Het Boek (HTB)
Opgelet! Laten alle volken ter wereld luisteren. De Oppermachtige HERE zal vanuit zijn heilige tempel zijn beschuldigingen tegen u inbrengen. Kijk! De HERE komt eraan! Hij verlaat zijn woning en daalt af naar de aarde. Hij loopt over de bergtoppen. Onder zijn voeten smelten de bergen en splijten de dalen. Ze smelten als bijenwas voor vuur en splijten als water dat langs de bergwand naar beneden gutst. Waarom gebeurt dit alles? Omdat Israël en Juda hebben gezondigd. Welke zonde hebben zij begaan? Ze hebben afgoderij binnengelaten in de hoofdsteden Samaria en Jeruzalem! Daarom zal de HERE van Samaria niets dan een puinhoop overlaten. De stad zal veranderen in een open veld, in een plaats die geschikt is om wijngaarden te planten. Hij zal alle gebouwen slopen, hun fundamenten blootleggen en het puin in het dal storten. Al haar gesneden afgodsbeelden zullen aan stukken worden geslagen. Al haar sierlijke afgodstempels zullen worden verbrand, ze werden gebouwd van de opbrengsten van tempelprostitutie en daartoe zullen ze weer dienen.
Micha 1:2-7 BasisBijbel (BB)
Micha zegt: Luister allemaal, volken. Laat iedereen op aarde nu goed opletten! Want de Heer zal jullie vanuit zijn heilige tempel beschuldigen. De Heer komt uit zijn woning in de hemel naar de aarde. Hij loopt over de bergen. Onder zijn voeten smelten de bergen en de dalen, zoals bijenwas smelt bij het vuur. Ze storten in zoals water van een steile helling stort. Dit gebeurt vanwege alle slechte dingen die het hele volk Israël heeft gedaan. En vanwege de vreselijke dingen die het koninkrijk Israël heeft gedaan. Want wat heeft Israël gedaan? Dat is toch te zien in Samaria? En waar staan de altaren voor de afgoden in het koninkrijk Juda? Dat is toch in Jeruzalem? De Heer zegt: "Daarom zal Ik Samaria helemaal verwoesten, tot er alleen nog maar een puinhoop in de velden van over is, waar wijngaarden geplant worden. De stenen van de stad zullen in het dal worden gegooid. De stad zal tot de grond worden afgebroken. Alle godenbeelden zullen stukgeslagen worden. Alle geschenken voor die goden zullen worden verbrand. Alle godenbeelden zal Ik aan stukken slaan. Want Samaria heeft ze betaald met het loon van een hoer, en er zal weer een hoer mee betaald worden."
Micha 1:2-7 Herziene Statenvertaling (HSV)
Luister, volken, allemaal! Sla er acht op, aarde, met al wat u bevat! En laat de Heere HEERE Getuige tegen u zijn, de Heere, uit Zijn heilige tempel. Want zie, de HEERE komt uit Zijn woonplaats, Hij daalt af en treedt op de hoogten van de aarde. De bergen smelten onder Hem weg, de dalen splijten als was voor het vuur, als water dat langs een helling vloeit. Dit alles is om de overtreding van Jakob en om de zonden van het huis van Israël. Wie is de overtreding van Jakob? Is het niet Samaria? En wie zijn de offerhoogten van Juda? Is het niet Jeruzalem? Daarom maak Ik van Samaria een puinhoop in het veld, een plek voor het planten van een wijngaard. Ik stort haar stenen in het dal, en haar fundamenten leg Ik bloot. En al haar beelden worden verbrijzeld, en al haar hoerenloon wordt met vuur verbrand, van al haar afgoden maak Ik een woestenij, want met hoerenloon heeft zij ze bijeengebracht en tot hoerenloon keren ze terug.