Ezechiël 28:12-15
Ezechiël 28:12-15 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Mensenkind, hef een klaaglied aan over de koning van Tyrus en zeg tot hem: zo zegt de Here HERE: Volmaakt zijt gij van gestalte, vol van wijsheid, volkomen schoon. In Eden waart gij, Gods hof; allerhande edelgesteente overdekte u: rode jaspis, chrysoliet en prasem, turkoois, chrysopraas en nefriet, lazuursteen, hematiet en malachiet. Van goud was het werkstuk, waarin zij waren gevat en aan u vastgehecht; toen gij geschapen werdt, waren zij gereed. Gij waart een beschuttende cherub met uitgespreide vleugels; Ik had u een plaats gegeven: gij waart op de heilige berg der goden, wandelend te midden van vlammende stenen. Onberispelijk waart gij in uw wandel, vanaf de dag dat gij geschapen werdt, totdat er onrecht in u werd gevonden
Ezechiël 28:12-15 Het Boek (HTB)
‘Mensenzoon, zing een klaaglied over de koning van Tyrus. Vertel hem dat de Oppermachtige HERE zegt: “U vormde het toonbeeld van wijsheid en volkomen schoonheid. U was in Eden, de tuin van God, uw kleding was bezaaid met waardevolle stenen: robijn, topaas, jaspis, kristal, onyx, turkoois, saffier, hematiet en smaragd, alle in prachtige zettingen van zuiver goud. Op de dag dat u werd geschapen, werden ze al voor u klaargelegd. Ik benoemde u tot de gezalfde, beschermende cherub. U had toegang tot de heilige berg van God. U liep tussen de vlammende stenen. U was volmaakt in alles wat u deed, vanaf de dag dat u werd geschapen tot op het moment dat het kwaad in u werd aangetroffen.
Ezechiël 28:12-15 BasisBijbel (BB)
"Mensenzoon, zing dit treurlied over de koning van Tyrus: U was volmaakt. U was vol van wijsheid en volmaakt mooi. U woonde in Eden, de tuin van God. U was helemaal bedekt met allerlei edelstenen: sardis, topaas, diamant, turkoois, sardonyx, jaspis, saffier, robijn, smaragd. Al die stenen waren met gouden zettingen op u vastgezet. Op de dag dat u gemaakt werd, werden ze voor u gemaakt. Ik had u een taak gegeven: u was een beschermende engel. Ik had u een plaats gegeven op mijn heilige berg. U mocht tussen de vurige stenen komen. Vanaf de dag dat Ik u maakte, leefde u zoals Ik het wil. U was volmaakt. Totdat u op een dag slecht werd.
Ezechiël 28:12-15 Herziene Statenvertaling (HSV)
Mensenkind, hef een klaaglied aan over de koning van Tyrus, en zeg tegen hem: Zo zegt de Heere HEERE: U, toonbeeld van volkomenheid, vol wijsheid en volmaakt van schoonheid, u was in Eden, de hof van God. Allerlei edelgesteente was uw sieraad: robijn, topaas en diamant, turkoois, onyx en jaspis, saffier, smaragd, beril en goud. Het werk van uw tamboerijnen en uw fluiten was bij u. Op de dag dat u geschapen werd, waren ze gereed. U was een cherub die zijn vleugels beschermend uitspreidt. Daarvoor heb Ik u aangesteld. U was op Gods heilige berg, u wandelde te midden van vurige stenen. Volmaakt was u in uw wegen, vanaf de dag dat u geschapen werd, totdat er ongerechtigheid in u gevonden werd.