Exodus 26:1-3
Exodus 26:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
De tabernakel zult gij maken van tien tentkleden; van getweernd fijn linnen, blauwpurper, roodpurper en scharlaken, met kunstig geweven cherubs zult gij ze maken. De lengte van elk tentkleed zal achtentwintig el zijn en de breedte van elk tentkleed vier el: eenzelfde maat voor al de tentkleden. Vijf van de tentkleden zullen verbonden zijn aan elkander, en nog eens vijf tentkleden zullen verbonden zijn aan elkander.
Exodus 26:1-3 Het Boek (HTB)
‘Maak de tabernakel van tien gekleurde tentdoeken van 12,6 meter lang en 1,8 meter breed. Ze moeten worden gemaakt van getwijnd linnen, blauwpurper, roodpurper en scharlaken en er moeten engelfiguren in worden geweven. Bevestig vijf doeken aan elkaar voor één zijde van de tent, zodat twee lange zijden ontstaan van elk vijf doeken.
Exodus 26:1-3 BasisBijbel (BB)
Maak een tent van tien tentkleden. Weef de tentkleden van blauw, paars en rood draad en fijn linnen. Weef er mooie engelen in. Elk tentkleed moet 28 el (12½ m) lang en 4 el (1,8 m) breed zijn. Alle tentkleden moeten even groot worden. Maak vijf van de tentkleden aan elkaar. Maak ook de andere vijf tentkleden aan elkaar.
Exodus 26:1-3 Herziene Statenvertaling (HSV)
De tabernakel moet u vervolgens maken van tien tentkleden, van dubbeldraads fijn linnen en blauwpurperen, roodpurperen en scharlakenrode wol. U moet ze maken met cherubs erop, werk van een kunstenaar. De lengte van één tentkleed moet achtentwintig el zijn en de breedte van één tentkleed vier el: al de tentkleden moeten dezelfde afmeting hebben. Vijf tentkleden moeten aan elkaar vastgemaakt worden, en nog eens vijf tentkleden moeten aan elkaar vastgemaakt worden.