2 Korinthiërs 12:21
2 Korinthiërs 12:21 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Ik vrees, dat, als ik weer kom, mijn God mij bij u verootmoedigen zal en dat ik zal hebben te treuren om velen van hen, die vroeger in de zonde geleefd hebben en nog niet tot berouw zijn gekomen over de onreinheid, hoererij en ontucht, die zij gepleegd hebben.
2 Korinthiërs 12:21 Het Boek (HTB)
Ik ben bang dat God mij zal vernederen door de situatie die ik bij u zal aantreffen. Dat ik bedroefd moet zijn als er nog velen zijn die gewoon blijven zondigen en zich niet afkeren van hun onreinheid, hoererij en losbandigheid.
2 Korinthiërs 12:21 BasisBijbel (BB)
Ik ben bang dat als ik weer kom, God mij in jullie ogen zal vernederen. En dat ik verdrietig zal zijn over een heel aantal van jullie. Dat zij wel in Jezus zijn gaan geloven, maar toch nog steeds niet zijn gestopt met het doen van verkeerde dingen. Bijvoorbeeld verkeerde dingen op het gebied van seks en andere dingen die God niet wil.