Klaagliederen 3:19-27

Klaagliederen 3:19-27 NBG51

Gedenk aan mijn ellende en omzwerving, aan de alsem en het vergif. Zo vaak mijn ziel dit gedenkt, buigt zij zich neder in mij. Dit zal ik mij te binnen brengen, daarom zal ik hopen: Het zijn de gunstbewijzen des HEREN, dat wij niet omgekomen zijn, want zijn barmhartigheden houden niet op, elke morgen zijn zij nieuw, groot is uw trouw! Mijn ziel zegt: Mijn deel is de HERE, daarom zal ik op Hem hopen. Goed is de HERE voor wie Hem verwachten, voor de ziel die Hem zoekt; goed is het, in stilheid te wachten op het heil des HEREN; goed is het voor de man, dat hij een juk in zijn jeugd draagt.

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid