Klaagliederen 3:19-27

Klaagliederen 3:19-27 HSV

Denk aan mijn ellende en mijn ontheemding, zain aan de alsem en de gal. Mijn ziel denkt er onophoudelijk aan, zain zij buigt zich neer in mij. Dit zal ik ter harte nemen, zain daarom zal ik hopen: Het is de goedertierenheid van de HEERE dat wij niet omgekomen zijn, cheth dat Zijn barmhartigheid niet opgehouden is! Nieuw zijn ze, elke morgen; cheth groot is Uw trouw! Mijn deel is de HEERE, zegt mijn ziel, cheth daarom zal ik op Hem hopen. Goed is de HEERE voor wie Hem verwacht, teth voor de ziel die Hem zoekt. Goed is het te hopen en stil te wachten teth op het heil van de HEERE. Goed is het voor een man, als hij teth een juk draagt in zijn jeugd.

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid