De Brief van den Apostel Paulus aan de Romeinen 3:9-20

De Brief van den Apostel Paulus aan de Romeinen 3:9-20 STV

Wat dan? Zijn wij uitnemender? Ganselijk niet; want wij hebben te voren beschuldigd beiden Joden en Grieken, dat zij allen onder de zonde zijn; Gelijk geschreven is: Er is niemand rechtvaardig, ook niet één; Er is niemand, die verstandig is, er is niemand, die God zoekt. Allen zijn zij afgeweken, te zamen zijn zij onnut geworden; er is niemand, die goed doet, er is ook niet tot één toe. Hun keel is een geopend graf; met hun tongen plegen zij bedrog; slangenvenijn is onder hun lippen. Welker mond vol is van vervloeking en bitterheid; Hun voeten zijn snel om bloed te vergieten; Vernieling en ellendigheid is in hun wegen; En den weg des vredes hebben zij niet gekend. Er is geen vreze Gods voor hun ogen. Wij weten nu, dat al wat de wet zegt, zij dat spreekt tot degenen, die onder de wet zijn; opdat alle mond gestopt worde en de gehele wereld voor God verdoemelijk zij. Daarom zal uit de werken der wet geen vlees gerechtvaardigd worden, voor Hem; want door de wet is de kennis der zonde.

Gratis leesplannen en overdenkingen die te maken hebben met De Brief van den Apostel Paulus aan de Romeinen 3:9-20

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid